Selecteer een pagina

Wil jij ook weleens iemand anders zijn?

Als kind wilde ik graag iemand anders zijn. Een altijd vrolijk, optimistisch en gezellig meisje. Zo eentje dat door iedereen aardig gevonden wordt. Ik spiegelde me graag aan hoofdpersonen uit boeken en tv-series. Pippi Langkous was een heldin van me. Een durfal, zichzelf soms overschattend, maar het kwam altijd weer goed.  Ze deed niet gemeen en haar enige doel was plezier maken. In mijn hart wilde ik graag Pippi zijn. En in mijn hart was ik dat ook. Voor de buitenwereld leek ik echter meer op Annika uit dezelfde serie. Verstandig, braaf, aangepast en vooral heel voorzichtig. Daar was ik niet altijd blij mee.

Inmiddels ben ik allang volwassen. Als ik heel eerlijk ben, ken ik het verlangen naar een Pippi-persoonlijkheid nog steeds zo af en toe. En kan ik soms minder blij zijn met mijn Annikakant. Ben ik dan helemaal niks opgeschoten? Jawel. Dat ben ik wel.

Als kind dacht ik dat je of het één was of het ander. Ik weet nu dat ik niet ‘alleen maar’ Pippi of ‘alleen maar’ Annika kan zijn. Ik ben namelijk allebei. En niet alleen ik. We zijn diep van binnen allemaal zowel Pippi als Annika. Welke kant het meest zichtbaar is, is bij iedereen anders. Dat kleurt onze persoonlijkheid en maakt de mens zo boeiend. Maar natuurlijk kan je wel een beetje sleutelen aan welke kant van jou op de voorgrond is.

Ondergesneeuwd

Ze zeggen wel dat de eigenschappen die je het meeste in anderen bewondert, bij jezelf ondergesneeuwd zijn. Ze zijn er dus wel! Hoe krijg je contact met die ondergesneeuwde kant van jezelf?

  1. Door allereerst te erkennen hoe het nu is. Wees eerlijk hierin. Zie het, voel het en laat het er zijn. Geef het vriendelijke aandacht.
  2. Waar je bent is helemaal oké. (Wat niet hetzelfde is als alles maar klakkeloos accepteren en er dus niks aan willen doen. Dat is een andere energie). Aanvaard dat je precies op de juiste plek bent. Met de juiste kwaliteiten. En dat er dus niks mis is met je. Probeer dat echt te voelen, ook als dat onwennig voelt.
  3. Geef jezelf de ruimte om ondergesneeuwde eigenschappen te verkennen. Ze zijn niet voor niks ondergesneeuwd, dus misschien ben je er een beetje bang voor. Of ben je er ooit op afgewezen. Dus: wees mild naar jezelf.
  4. Hoe voelt het voor je om jezelf te zien zoals je nu bent? Waar in je lichaam kan je dat letterlijk voelen?
  5. En last but not least: luister vooral niet teveel naar dat stemmetje in je hoofd dat voortdurend kritiek geeft. Dat stemmetje wil namelijk dat alles bij het oude blijft en waarschuwt je voor gevaar. Echter, als hij uitgroeit tot saboteur bereik je nooit een verandering. En stap je dus nooit uit je comfortzone. Dus hoor het stemmetje, maar handel er zo min mogelijk naar.

Zo kan je stap voor stap ‘nieuwe’ kanten van jezelf naar boven laten komen. Wat ik zo bijzonder vind, is dat het 9 van de 10 keer heel vertrouwd voelt om uit je comfortzone te stappen. In het begin kan het doodeng voelen, maar daarna voelt het al snel heel gewoon.

Extra tip: Als je wat extraverter wil zijn: kom uit je schulp en doe eens iets waar je een klein beetje buikpijn van krijgt. Als je juist introverter wil zijn: haal eens diep adem en denk nog eens goed na voordat je iets doet.

Hoe is dat voor jou?

Welke eigenschappen zou jij wel wat meer naar boven willen halen? En wat houd je tegen om dat te doen?

Kan je wel wat hulp gebruiken om je comfort zone te verlaten? Neem contact op voor een gratis sessie van 30 minuten waarin ik je waardevolle tips geef.

Of doe mee aan de workshop Kickstart Naar Innerlijke Rust op 30 oktober, want uiteindelijk is rust de beste basis voor verandering.